SV | Van de bezitting nu der Levieten, en van de bezitting der stad af, zijnde in het midden van hetgeen des vorsten zal zijn; [wat] tussen de landpale van Juda, en tussen de landpale van Benjamin is, zal des vorsten zijn. |
WLC | וּמֵאֲחֻזַּ֤ת הַלְוִיִּם֙ וּמֵאֲחֻזַּ֣ת הָעִ֔יר בְּתֹ֛וךְ אֲשֶׁ֥ר לַנָּשִׂ֖יא יִֽהְיֶ֑ה בֵּ֣ין ׀ גְּב֣וּל יְהוּדָ֗ה וּבֵין֙ גְּב֣וּל בִּנְיָמִ֔ן לַנָּשִׂ֖יא יִהְיֶֽה׃ |
Trans. | ûmē’ăḥuzzaṯ haləwîyim ûmē’ăḥuzzaṯ hā‘îr bəṯwōḵə ’ăšer lannāśî’ yihəyeh bên| gəḇûl yəhûḏâ ûḇên gəḇûl binəyāmin lannāśî’ yihəyeh: |
Van de bezitting nu der Levieten, en van de bezitting der stad af, zijnde in het midden van hetgeen des vorsten zal zijn; [wat] tussen de landpale van Juda, en tussen de landpale van Benjamin is, zal des vorsten zijn.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Van de bezitting nu der Levieten, en van de bezitting der stad af, zijnde in het midden van hetgeen des vorsten zal zijn; [wat] tussen de landpale van Juda, en tussen de landpale van Benjamin is, zal des vorsten zijn.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!